ANALYSE – Afgezien van wat fluctuaties stijgen aandelenmarkten alweer bijna tien jaar. De waarderingen  van aandelen lopen, op terwijl tegelijkertijd het sentiment onder beleggers verbetert. In een dergelijk beursklimaat komt al gauw de vraag op: stijgen aandelen niet te hard? Moeten we bang zijn voor een beurscrash?

De verleiding om de markt te ’timen’, dus op het juiste moment kopen en verkopen, ligt altijd op de loer als er onzekerheid heerst over de waardering van de beurs. Graag ga ik daarom eens in op het verhaal van fictieve persoon Bob, de slechtste belegger ter wereld. In de Verenigde Staten is Bob bekend als de slechtste ’timer’ van de beurs. Hieronder zal ik de symbolische waarde van dit beurssprookje illustreren.

Slechte start

Bob begon zijn werkzame leven in 1970 toen hij 22 jaar was. Hij was vastbesloten in de jaren 70 ieder jaar 2.000 dollar te sparen en dit bedrag vervolgens ieder decennium met 2.000 dollar te verhogen tot hij 65 jaar was. In de jaren 1980 spaarde hij dus jaarlijks 4.000 dollar, in de jaren 90 zette hij 6.000 per jaar opzij en daarna 8.000 dollar tot aan zijn pensioen eind 2013.

Net als veel particuliere beleggers had Bob een bijzondere eigenschap. Hij durfde namelijk pas in aandelen te beleggen op het moment dat de koersen jarenlang gestegen waren.

Eind 1972 had Bob een bedrag van 6.000 dollar bijeen gespaard en dit bedrag besloot hij op dat moment te beleggen in de brede S&P 500-index. De aandelenmarkt daalde vervolgens bijna 50 procent: Bob was precies op de piek van de markt in aandelen gestapt.

Aangezien hij bang was om op precies het verkeerde moment uit aandelen te stappen, besloot Bob beleggingen eenmaal gekocht onder geen beding te verkopen. Wat er ook gebeurde.

1987, 1999 en 2007

Na jaren van oplopende aandelenmarkten heeft Bob weer voldoende vertrouwen. Het is nu augustus 1987. De 46.000 dollar die hij de voorgaande vijftien jaar op zijn spaarrekening zette stopt hij in aandelen. Dit net voor Zwarte Maandag waarbij de S&P 500 in enkele dagen ruim 30 procent daalde.

Opnieuw had het aankoopmoment niet slechter gekund. Maar verkopen deed hij niet.

Met de crash van 87 in het geheugen durfde Bob het lang niet aan opnieuw spaargeld in aandelen te stoppen. Pas eind 1999, na jaren van stijgingen, besloot Bob zijn opnieuw weer aangezwollen spaarsaldo (68.000 dollar) in aandelen te beleggen. Wederom een slecht gekozen moment: in de twee jaar daarna daalde de S&P 500 ruim 50 procent.

Voor hij eind 2013 met pensioen zou gaan zou Bob nog eenmaal aandelen kopen, in het najaar van 2007. De 64.000 dollar die hij sinds het jaar 2000 bijeen gespaard had zette hij om in aandelen net voordat de kredietcrisis in alle hevigheid losbarstte. En opnieuw daalde de S&P 500 met meer dan de helft.

En toch miljonair

Na 2007 bleef Bob vasthouden aan zijn oorspronkelijke spaarplan, maar de 40.000 die hij tot zijn pensioen nog spaarde, liet hij op zijn spaarrekening staan. Zijn beleggingen hield hij eveneens gewoon aan. Gedurende Bobs werkzame leven van ruim 40 jaar spaarde hij in totaal 224.000 dollar.

Hoewel Bob zijn aankoopmomenten niet slechter had kunnen kiezen, verkocht hij zijn aandelen nooit. En dat laatste is zijn redding geweest. Want wanneer Bob eind 2013 met pensioen gaat is hij miljonair: zijn vermogen bestaande uit beleggingen en spaargeld is dan 1,1 miljoen dollar waard.

Dat Bob miljonair werd is terug te voeren op enkele zaken waar ook anderen een voorbeeld aan kunnen nemen. Zo spaarde Bob bijvoorbeeld onafgebroken en verhoogde hij bovendien ieder decennium het spaarbedrag. En door de lange beleggingsperiode kon hij ondanks de slechte aankoopmomenten toch profiteren van het effect van rente-op-rente.

Uiteraard zou Bob veel rijker zijn geweest wanneer hij gewoon aan het einde van ieder jaar zijn spaargeld belegd zou hebben. Maar dan was hij Bob niet geweest, de slechtste belegger ter wereld...

Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.